top of page
De twaalfjarige Christiane woont samen met haar tante en haar moeder, welke zich in een soort van catatonische staat bevindt, in een uit de kluiten gewassen kasteel. Alhoewel haar woonplaats en omringende domein klaarblijkelijk ruim genoeg zijn, blijkt het toch die vijver te zijn welke haar steeds weet te lokken. Ten strengste verboden door haar tante om haar in de buurt van dat donkere water te begeven, is de drang te groot om aan te weerstaan, tot ze zich op een avond te dicht bij de verdoemde plas waagt. Het water schijnt net als haar familie een duister geheim te herbergen, een tragedie dat niet langer onvertelt wil blijven.
bottom of page